Toelichting op hoofdlijnen
Het verschil tussen de begrote bedragen voor 2022 en 2023 bestaat voor een deel uit mutaties die dit jaar worden doorgevoerd voor het jaar 2023 en uit eerder doorgevoerde wijzigingen in de meerjarenbegroting. Hieronder staan ze per thema op hoofdlijnen toegelicht.
Thema algemene dekkingsmiddelen
€ 641.000 lagere lasten
Het verschil wordt onder andere veroorzaakt door de stelpost taakmutaties als gevolg van de meicirculaire 2022. In 2022 staat een bedrag van € 792.000 op deze stelpost. Bij de Najaarsnota wordt deze post beoordeeld en worden budgetten al dan niet geclaimd en de budgetten naar het betreffende product overgeboekt. Voor 2023 en verder heeft deze actie al bij het opstellen van de begroting plaatsgevonden en is de stelpost € 0.
Daarnaast staat in 2022 een stelpost van € 847.000 opgenomen voor inflatie (vanuit de VJN 2022). Ook deze stelpost wordt bij de Najaarsnota beoordeeld en eventueel geclaimd en over producten verdeeld. Voor 2023 en verder is geen bedrag gereserveerd, voor deze jaren is met 2,5% inflatie gerekend, overeenkomstig de UPN 2023-2026.
Daarnaast zijn er nog een drietal andere oorzaken:
- € 350.000 hogere lasten nieuw financieel applicatielandschap; ICT Beheerplan 2023-2026
- € 71.000 lagere kosten op basis van het ICT Beheer plan 2023-2026.
- € 70.000 hogere lasten Samenwerkingsverband SVHW
€ 2.487.000 hogere baten
- € 306.000 hogere opbrengst OZB door areaaluitbreiding
- In 2022 moet de mutatie van de meicirculaire, € 953.000 hogere algemene uitkering nog worden verwerkt, dit gebeurd volgens planning bij de NJN 2022
- Daarnaast is de algemene uitkering volgens de stand van de meicirculaire in 2023 tov 2022 circa € 1,2 miljoen hoger. Dit wordt met name veroorzaakt door het accres van 2023
- € 60.000 hogere baten; dat is de rente vergoeding over de verstrekte geldlening van € 2,9 mln aan Alliander in 2021 i.v.m. de energie transitie
Mutatie reserves
€ 6.091.000 meer onttrekking aan algemene reserve
- € 7.051.000 i.v.m. uitwerking coalitieakkoord
- € 5.000.000 nieuwe reserve ontsluiting woonwijken
- € 1.051.000 aanvulling reserve woningbouw
- € 1.000.000 nieuwe reserve gemeentelijke kosten flexibele woonvormen
- € 960.000 minder door het vervallen van een eenmalige onttrekking 2022